
Moeten we bang zijn voor kunstmatige intelligentie?
Ja.
Maar misschien niet om de redenen die u denkt.
Wat is kunstmatige intelligentie?
Kunstmatige intelligentie is een stickertje dat op een grote verscheidenheid aan technieken wordt geplakt. Toen ik tijdens mijn studie een programma schreef dat het molenspel kon spelen was ik als programmeur alleen maar bezig om regels in mijn programma te stoppen. Formules, algoritmes. Niks intelligents aan. Maar toen ik vervolgens tegen het programma speelde en continu werd ingemaakt had ik wel de indruk dat het programma intelligent was.
En daar gaat het om bij kunstmatige intelligentie. Achter de schermen is het gewoon rekenen, maar dan zo dat wij mensen gefopt worden. Doordat het programma dingen doet die wij als intelligent ervaren. Een reservering in een restaurant maken bijvoorbeeld. Een muziekstuk componeren. Een röntgenfoto beoordelen op borstkanker.
En in al deze gevallen staat de kunstmatige intelligentie nog in de kinderschoenen…
De Turingtest
Wanneer kunnen we kunstmatige intelligentie als ‘echt’ aanmerken? De definitie daarvan is wederom op het foppen van echte mensen gestoeld. In 1950 ontwierp een van de belangrijkste namen uit de geschiedenis van de informatica, de Turingtest.
In de test zijn er drie spelers, die elkaar niet kunnen zien, en alleen met tekst met elkaar kunnen communiceren. Speler A is de ondervrager. Speler B en C proberen zich allebei zoveel mogelijk als mens voor te doen, hoewel een van de twee een computer is. Speler A moet met slimme vragen raden wie mens is en wie computer. Als de computer hem om de tuin weet te leiden is hij geslaagd voor de Turing test, en daarmee kunstmatig intelligent.
Hoewel computers ons steeds beter tijdelijk voor de gek kunnen houden is er nog geen een die geslaagd is voor de Turing-test.
Sterke kunstmatige intelligentie
In films en science fiction boeken komt vaak kunstmatige intelligentie voor. Machines die even slim zijn als wij. En omdat ze veel sneller zijn en zichzelf veel sneller kunnen verbeteren is de volgende stap dichtbij: machines die slimmer zijn dan wij. De mensheid overbodig.
Over dat soort kunstmatige intelligentie hoeven we voorlopig niet bang te zijn. Sterke kunstmatige intelligentie, zoals het genoemd wordt, streeft ernaar om de intelligentie van de mens in zijn volle breedte te evenaren. In voorgaande decennia was het onderzoek naar kunstmatige intelligentie veel meer toegespitst op deze brede vorm dan tegenwoordig. Waarom zijn we ermee gestopt? Omdat er weinig vooruitgang werd geboekt.
Waar we wel veel vooruitgang boeken is de zogenaamde zwakke kunstmatige intelligentie. Hier vertoont een machine intelligent gedrag, maar alleen op een klein deelgebied. Schaken bijvoorbeeld. Of autorijden.
Zwakke kunstmatige intelligentie
We hoeven dus voorlopig niet bang te zijn dat de machines het overnemen. Waarom zijn er dan zoveel mensen bezorgd over de ontwikkelingen in kunstmatige intelligentie?
Omdat “zwakke” kunstmatige intelligentie, heel slim zijn op een klein onderwerp, een fantastische nieuwe technologie is, die net als alle fantastische nieuwe technologieën in het verleden, goed en slecht gebruikt kan worden. Het hangt er maar vanaf wie de technologie inzet, en voor welke doeleinden.
Kunstmatige intelligentie online
Online zien we al gebruik van kunstmatige intelligentie voor twijfelachtige doeleinden. Het wordt gebruikt voor marketing (Cambridge analytics), het wordt gebruikt om vals nieuws te verspreiden (hoewel mensen daar vooralsnog veel beter in zijn). En het begint gebruikt te worden om te hacken.
IBM heeft daar dit jaar een proof of concept van laten zien met het DeepLocker programma. Het programma maakte gebruik van bestaande malware (WannaCry) om computers te besmetten. Tot zover niks nieuws. Het programma hield zich echter vervolgens koest, totdat een video-conferencing programma werd opgestart. Als dat gebeurde analyseerde het programma de gezichten van de deelnemers (facial recognition) en werd vervolgens alleen actief bij het beoogde slachtoffer.
Dus in plaats van duizenden of miljoenen willekeurige aanvallen uit te voeren was het in staat om met grote precisie een doelwit aan te vallen. En dat is nieuw.
Ook het schrijven en aanpassen van virussen zou binnenkort wel eens met behulp van kunstmatige intelligentie kunnen gaan gebeuren. Net als het binnendringen van computers. Gelukkig staat er aan de andere kant ook steeds vaker een kunstmatig intelligente verdediging klaar, want mensen kunnen dat tempo niet bijbenen.
Binnenkort online: de AI wars.
Cyberwar
Maar het wordt nog enger als we kunstmatige intelligentie verbinden met oorlogstuig. En de ervaring leert dat mensen in staat zijn om alles te verbinden met oorlogstuig. Er bestaan al onbemande drones die verkenningsvluchten uitvoeren over vijandig terrein. Vooralsnog zijn dergelijke drones onbewapend. Voor zover we weten.
Waar ligt de grens? Die wordt uiteindelijk door ons, mensen, bepaald. We hebben internationale overeenkomsten over het gebruik van atoom-, biologische en chemische wapens. Die afspraken werken (meestal). Wat we nodig hebben is een afspraak over cyberwapens. Zowel online als offline. Want cyberwapens hebben het potentieel om net zo dodelijk te zijn als die andere wapens.
En gelukkig zijn de initiatieven daarvoor al opgestart. Laten we hopen dat we snel tot internationale wetgeving komen.
Want kunstmatige intelligentie is iets om bang voor te zijn.
Niet vanwege de computers.
Vanwege de mensen.
No Comments :